Beoordeling 9.5 gebaseerd op 43 individuele klantbeoordelingen op 5-sterrenspecialist

 organisatorisch

Inbraakpreventie is niet alleen een kwestie van het treffen van bouwkundige en elektronische maatregelen. Om tot een sluitend geheel te komen zal de eigenaar of gebruiker van een beveiligde woning of gebouw  moeten zorgen dat ook de nodige organisatorische maatregelen worden getroffen.
Het totale pakket organisatorische maatregelen zal van geval tot geval verschillen; het is sterk afhankelijk van de situatie.

Voorbeelden van standaard organisatorische maatregelen (O1):

  • Sleutelbeheer en –gebruik
  • Sluitronde
  • Merken en registreren van waardevolle zaken
  • Zichtbare afwezigheid voorkomen
  • Beveiligingsverlichting
  • Gebruik van compartimenten
  • Buren en omwonenden
  • Huisregels en discipline
  • Opklimmogelijkheden
  • Tuinaanleg
  • Toegangscontrole
  • Gegevensbeveiliging
  • Wijzigingen en omstandigheden
  • In- en uitschakelregistratie bij de PAC
  • Up en Downloaden
  • Logboek

Specifieke organisatorische maatregelen (O2):
Als O1 met aanvulling: omschrijving van de specifieke organisatorische maatregelen die zijn toegespitst op het risico. Voor bedrijven geldt bovendien: bij de Particuliere Alarm Centrale (PAC) dient registratie plaats te vinden van de in- en uitschakeltijden van het systeem, alsmede van de controlemeldingen. Schriftelijk dient te worden overeengekomen dat een overschrijding van vooraf vastgestelde tijden door de PAC dient te worden onderkend en afgehandeld conform de hierover gemaakte afspraken. Een PAC wordt ook wel kortweg meldkamer genoemd.

 Voorbeelden van O2 maatregelen zijn:

Specifieke O-Maatregelen Woningen

  • Zorg dat attractieve goederen (lcd tv, laptops e.d.) niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Voorkom etalage effect.
  • Probeer opklimmogelijkheden te beperken. Bij voorbeeld bij aanwezigheid tuinset: leg deze aan een ketting (M-maatregel) of berg het tuinset op.
  • Contant geld (bij voorbeeld als de dagopbrengst van een winkel mee naar huis wordt genomen) niet thuis opbergen.
  • Laat geen, door opklimming bereikbare ramen openstaan.
  • Schakel het alarmsysteem consequent in bij het verlaten van de woning.
  • Zorg bij afwezigheid (overdag en tijdens vakanties) voor een ‘bewoonde indruk’.
  • Consequent gebruik van waardeberging/kluis voor bijvoorbeeld sieraden of andere kleine waardevolle spullen.
  • Plaats verlichting bij gevelopeningen.
  • Houd adressen van sleutelhouders actueel (o.a. bij doormelding naar een PAC)
  • Maak goede afspraken (en instructie ook aan de sleutelhouders) rond gebruik alarmsystem, hoe nodeloos alarm te voorkomen.
  • Houd telefoonnummer PAC bij de hand om ongewenst alarm te voorkomen.
  • Verwijder materialen rondom de woning waarmee bij voorbeeld makkelijk vandalisme gepleegd kan worden of een ruit of toegang tot de woning geforceerd kan worden.
  • Test regelmatig inbraak en brandpreventie voorzieningen.
  • Merken en registeren van waardevolle zaken, d.m.v. postcode en huisnummer zichtbaar graveren, etsen of inbranden. Registreer bezittingen op een lijst en maak er eventueel foto’s van.
  • Huisregels en discipline: wie mag waar komen, wanneer, welke gegevens zijn voor wie toegankelijk en waar en hoe worden ze opgeborgen. Welke gegevens en andere zaken zijn moeilijk vervangbaar en dienen daarom diefstal- en brandwerend te worden opgeborgen.
  • Tuinaanleg, let op hoogte beplanting e.d. met betrekking tot de sociale controle.

Met betrekking tot brandveiligheid:

  • Rookmelders (op risicoplaatsen) aansluiten op een aparte groep van de CCS en melding als brandmelding laten binnen komen bij de PAC.
  • Huishoudelijke apparaten, tv e.d. van stand-by afhalen.
  • Brand- sluitronde maken voor naar bed gaan (asbakken).
  • Eenvoudige blusmiddelen aanschaffen (blusapparaat – branddeken).
  • Een of meer vluchtwegen die zonder sleutel van binnenuit moeten kunnen worden geopend.
  • Op de verdieping aandacht voor hulpmiddelen, touwladder, vluchttouw, uitwerpbare kettingladder.
  • Goedgekeurde rookmelder op slaapverdieping, indien aanwezig ook op de zolder.
  • Aandacht voor brandgevaarlijke stoffen en voorwerpen (kaarsen e.d.).
  • Rookmelders op alle verdieping waar verkeer aanwezig is.
  • Uit oogpunt van brandpreventie, bij aanwezigheid van de openhaard, deze jaarlijks laten vegen.

Specifieke O-Maatregelen Bedrijven

  • Bij winkels; stimuleer PIN betalingen.
  • Stort contact geld altijd duidelijk zichtbaar af in een inbraakwerende kast met afstortmogelijkheid, die voldoende ingeschaald is, goed verankerd, onder detectie, met codeslot, tijdslot en openingsvertragingsslot.
  • Stort geld op onregelmatige tijden af bij de bank (en niet zichtbaar).
  • Straal uit dat er beveiligingsmaatregelen genomen zijn en dat je op overvallen voorbereid bent.
  • Laat overvaldrukknoppen of draadloze overvalknoppen installeren.
  • Instrueer personeel m.b.t. overvalknop, winkeldiefstal en goede werking van alarmsysteem.
  • Zorg dat tijdens de sluitronde extra gelet wordt op het ‘aanstaan’ van apparatuur i.v.m. brand.
  • Bewaak de in- en uitschakeltijden met bloktijden (opgeven aan de PAC) in een onderdeel van O2.
  • Registreer de attractieve zaken (bv. laptops) voor eigen gebruik.
  • Controle op de meeneembeperkende maatregelen (laptop kan aan een speciale kabel bevestigd worden).
  • Voldoende toezicht in een winkel als men even iets uit het magazijn moet halen
  • Geen attractieve goederen in bestelauto’s achter laten, ook niet als deze worden meegenomen naar huis door het personeel.
  • Breng voldoende beveiligingsverlichting aan boven de gevelopeningen.
  • Meterkast op slot houden en sleutel opbergen.
  • Blusmiddelen (brandblusser)
  • Controle op vluchtwegen, vrijhouden en signalering.
  • Maatregelen rond computergebruik, password, virusscanner, firewall en beheer databestanden.
  • Afspraken maken met andere ondernemers, buren en omwonenden ten behoeve van een goede alarmopvolging.
  • Indien een (geladen) bestelauto binnen gezet wordt, omdat die bv. de volgende dag vroeg weg gaat voor afleveringen, geen contact sleutels er in laten zitten.
  • Maak duidelijk wat de bezoekersingang is van een pand.
  • Als er weinig klanten komen overdag, overweeg dan de deur gesloten te houden. Laat bezoekers aanbellen en monteer eventueel een deur video-intercom. Als de deur open moet blijven, zorg dan voor een duidelijk hoorbaar attentiesignaal.
  • Als de eigenaar van een bedrijf geld mee naar huis neemt, adviseer dan om dit niet te doen. Dit ter voorkoming van overval in de privé woning van de opdrachtgever.
  • Houd een ruimte waar grote voorraad aanwezig is overdag afgesloten, het voorkomt (winkel)diefstal.
  • Beperk contant geld, ook bij besteldiensten, zorg dat de chauffeur een pinapparaat heeft. Idem in een winkel.